Urban cracks: tussen verleden en geplande toekomst

Socius nodigt onderzoekster Riet Steel (Hogeschool Gent) uit op het innovatiefestival om ons wegwijs te maken in de wereld van de urban cracks. We vroegen haar om alvast een tipje van de sluiter op te lichten over wat ze ons op 22 mei zal vertellen.

Het definiëren van een ‘urban crack‘ lijkt niet gemakkelijk. Het is geen pauzelandschap, no-man’s-land, tussenland, overgangszone etc. Wat zijn ‘urban cracks’ dan wel?
Riet Steel: “Een urban crack is een tussenruimte in de stad. Het is een ‘nutteloze’ plaats die zich in een tussentijd bevindt, tussen een specifiek verleden en een geplande toekomst. Een urban crack bevindt zich tussen andere stedelijke ruimtes zoals flatgebouwen, huizen, speeltuinen en parken, maar toont zich als een schijnbare leegte. Urban cracks kunnen verschijnen op verschillende plekken in de stad. Ze bevinden zich in de stadsrand, in wijken waar stadsvernieuwing aan de gang of gepland is of in voormalige industriegebieden. Deze ‘stedelijke tussenruimtes’ variëren van verlaten gebouwen tot braakliggende terreinen. Eigenlijk kan je ze bekijken als breuklijnen in het stedelijk weefsel die het functioneren van de stad uitdagen. Ze doen dit door hun ongeorganiseerde verschijning, hun wachtende status en hun aantrekking tot ‘ongewenst’ gebruik (kraken van gebouwen, dealen van illegale drugs, …).”

Wat maakt deze plekken net tot urban cracks?
RS: “Urban cracks dragen twee belangrijke kenmerken in zich: enerzijds de gelaagdheid van verschillende historisch gegroeide betekenissen en anderzijds de botsing van verschillende logica’s. Deze tussenruimtes zijn eerder gegroeid dan gepland. Ze tonen vaak sporen van verdwenen activiteiten en functies die zichtbaar maken hoe de stedelijke ruimte voortdurend wordt herschreven en veranderd. Sociale, politieke, economische of culturele belangen strijden in deze onbestemde plekken. Stadsplanners, beleidsmakers, bewoners en projectontwikkelaars hebben allen een verschillende kijk op deze plekken en wat hun toekomstige bestemming zou moeten zijn.“

Waarom zijn jullie met het project rond urban cracks gestart?
RS: “Aan de basis ligt een onderzoek naar het waarom en hoe van artistieke en sociale praktijken in stedelijke tussenruimtes. Dit onderzoek liep van november 2009 tot maart 2012 en werd mogelijk gemaakt door het Onderzoeksfonds van de Hogeschool Gent. Een interdisciplinaire onderzoeksgroep binnen de Hogeschool Gent voerde het project uit: Griet Verschelden en ikzelf van de Faculteit Mens & Welzijn – Sociaal Werk en Elly Van Eeghem en Carlos Dekeyrel, van de School of Arts – KASK.

In aanvang focuste ons onderzoek op community art praktijken in Gent. De keuze voor de analyse van praktijken die tussenkomen en zich verankeren in urban cracks maakt duidelijk dat ons onderzoek een sociaal-ruimtelijke benadering inhoudt. Die benadering verbindt verschillende sociaalwetenschappelijke, artistieke en cultuurhistorische inzichten met elkaar. Daarnaast sloot de keuze voor urban cracks ook nauw aan bij de boeiende praktijk die we als casestudie mochten opvolgen: het project Assurance Ambiance waarmee rocsa vzw verschillende sociaal-artistieke interventies opzet op braakliggende terreinen in de Gentse wijk Muide-Meulestede-Afrikalaan en bij de multimediale artistieke praktijk van Elly Van Eeghem.”

Foto: Wannes NimmegeersIn hoeverre kunnen urban cracks veranderingen teweeg brengen op maatschappelijk vlak?
RS: “Op urban cracks verschijnen zowel praktijken van burgers die de plek claimen en toe-eigenen, als praktijken die er, ondersteund door een beleid, worden opgezet door professionelen. We denken dat urban cracks niet als dusdanig veranderingen kunnen teweeg brengen op maatschappelijk vlak.  Urban cracks zijn eigen aan het stedelijke weefsel: ze zijn er altijd geweest en zullen er wellicht altijd zijn. Hun potentieel om maatschappelijke veranderingen te ondersteunen of te initiëren zit echter in de manier waarop een opgezette praktijk zich tot de urban crack verhoudt. Bij deze kijk duiken er vragen op over waarom, in welke situaties, door wie, voor wie en op welke gronden praktijken worden opgezet.

Ons onderzoek toont aan dat praktijken van sociaal werkers en kunstenaars democratische processen en momenten in de stad kunnen stimuleren, door o.a. hun praktijk stevig te verankeren in de urban crack waarin ze tussenkomen. Dit impliceert volgens ons het investeren in het lezen en analyseren van de werkcontext (LEZEN), het situeren van de eigen praktijk in relatie tot de sociale, historische en ruimtelijke context waarin men tussenkomt (CONTEXTUALISEREN) en een bewustzijn van de politieke betekenis van de praktijk en de mogelijkheid om een kritische en uitdagende positie in te nemen (POLITISEREN). Urban cracks zien we dus als een drager of gangmaker van sociale verandering.”

Hoe kunnen wij als organisatie of professional stimuleren dat deze urban cracks worden ‘gekaapt’ door burgers
RS: “Praktijkwerkers kunnen optreden als agitators door de samenleving te bevragen en democratische processen te ondersteunen. Ze kunnen zich onder meer inzetten om in urban cracks democratische ruimtes te creëren en te ondersteunen. Sommige praktijken zetten in op het activeren van de publieke functie: bijv. creatieve ontmoetingsplaatsen waar onderhandeling, experiment en discussie mogelijk zijn (Citymine(d), rocsa, Bruit du Frigo etc.). Tegenovergesteld beklemtonen andere praktijken in urban cracks de mogelijkheid om zich terug te trekken van het publieke leven en haar dominante logica’s, door schuilplaatsen te bouwen en informele architectuur die ruimte biedt voor vertraging of rust. “

Urban cracks op het Innovatiefestival van 22 mei

Meer weten over urban cracks? Schrijf je dan in voor de lezing van Riet Steel op 22 mei tijdens het Innovatiefestival van Socius in het STUK in Leuven.

Laat wat van je horen

*