Werkplaats voor innoverende ideeën: de Sociale InnovatieFabriek

Het concretiseren van een innoverend idee naar een praktijk is voor velen geen evidentie. Wat als er nu eens een organisatie bestond waarbij je terecht kon met al je vragen en voor meer begeleiding rond innovatie? Socius sprak met Kaat Peeters, directeur van de Sociale InnovatieFabriek.

KaatPeetersKan je kort omschrijven wat de Sociale InnovatieFabriek is en wat jullie trachten te verwezenlijken?
Kaat Peeters: “De Sociale InnovatieFabriek is een organisatie die sociale innovatie en sociaal ondernemerschap in Brussel en Vlaanderen promoot en ondersteunt. Zowel organisaties, ondernemingen, als overheden kunnen bij ons terecht. Het maakt daarbij niet uit vanuit welke context je opereert, zolang je maar wil werken aan een vernieuwende oplossing voor een maatschappelijk probleem. Wat voor ons steeds centraal staat, is dat er via een innovatieve dienst, product of model een bepaald maatschappelijk probleem wordt aangepakt.

De Sociale InnovatieFabriek communiceert breed over sociale innovatie, tracht een draagvlak te creëren voor innovatie en start specifieke begeleidingstrajecten op voor diegenen die hun sociaal innovatief concept echt in de praktijk willen omzetten. Eerst nodigen we de mensen uit op een intakegesprek. Tijdens dit gesprek toetsen we het concept op verschillende elementen en bekijken we hoe we het verder kunnen versterken. Voor die versterking doen we beroep op het lerend netwerk dat wij hebben opgericht en waarin heel wat kennis en expertise zit. Het wordt immers gevoed door al diegenen die op ons beroep doen en die dus zeer diverse achtergronden, kennis en knowhow hebben. Wij treden op als matchmaker en verbinden de kennis en knowhow heel gericht aan elkaar.”

Jullie vinden zelf dus geen innoverende praktijken uit?
KP: “Momenteel nog niet, aangezien we in een positie zitten waarbij we enorm veel vragen krijgen uit het werkveld. We zijn gestart in juli 2013, bestaan nu 7 maanden en zijn figuurlijk overspoeld door verschillende actoren uit diverse hoeken. Dit maakt het werken natuurlijk ook enorm boeiend.”

Zijn jullie op eigen initiatief opgericht?
KP: “Wij zijn opgericht omdat de Vlaamse Regering eind 2011 besliste om meer aandacht te geven aan sociale innovatie en sociaal ondernemerschap. De regering besloot een specifiek budget te voorzien voor sociale innovatie en maakte het zo mogelijk dat er een organisatie werd opgericht die dit alles promoot en ondersteunt. Wij worden voor 80% gefinancierd vanuit de Vlaamse overheid, meer specifiek vanuit het innovatiebeleid. Minister Lieten heeft hiervoor vooral aan de kar getrokken.

Interessant om weten is, dat toen de beslissing viel om middelen vrij te maken voor sociale innovatie, de Verenigde Verenigingen en i-propeller ook een dossier indienden voor een ‘sociale innovatiefabriek’. Het concept lag er dus al snel.”

Wat zijn volgens jou, op de dag van vandaag, de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen?
KP: “De uitdagingen waar we in Vlaanderen voor staan zijn o.a. armoede, vergrijzing, de klimaatsverandering, verstedelijking, diversiteit en vereenzaming. Daarnaast is het voor veel actoren erg moeilijk om elkaar te vinden. Sociale innovatie maakt dit wel mogelijk doordat verschillende actoren aan een model werken waarmee ze hun krachten kunnen koppelen en waardoor er zeer relevante oplossingen ontstaan. Nieuwe verbindingen maken is een ruime term, maar we merken wel dat veel van de ‘innovaties’ daaronder vallen.”

socialeinnovatieKan je enkele voorbeelden geven van trajecten die jullie nu begeleiden?
KP: “Er lopen momenteel erg uiteenlopende trajecten: rond cohousing van senioren, energiebesparende maatregelen voor huurwoningen voor mensen in armoede enz.  Het project Energybook is een mooi voorbeeld van sociale innovatie. Dit project zet in op coöperaties voor energiezuinige investeringen in scholen. Veel scholen zijn nog uitgerust met enkel glas of nauwelijks geïsoleerd, en scoren daarom zeer slecht qua energieverbruik. Bond Beter Leefmilieu en Ilanga – een organisatie die inzet op duurzaam coöperatief ondernemen – bedachten een model waarbij met coöperatief kapitaal van ouders en omwonenden de nodige fondsen bijeen gebracht worden om energiemaatregelen te nemen in de school. Het kan daarbij zowel gaan om maatregelen die het energieverbruik beperken als om productie van hernieuwbare energie. Wanneer de ouders eigenaar worden van de zonnepanelen op het dak, koopt de school voortaan stroom bij hen in plaats van bij een (buitenlands) energiebedrijf. Het model omvat ook mogelijkheden om een educatief luik te koppelen aan de investeringen, en ook om het huishoudelijk energieverbruik van de ouders aan te pakken.”

Tot slot, waarom vinden jullie het belangrijk dat vandaag burgers, groepen en organisaties op sociale innovatie inzetten?
KP: “Er wordt al jaren vanuit de overheid steun gegeven aan technologische innovatie, maar met enkel technologische innovatie halen we het niet. Er moet ook vanuit sociale en cohesiebevorderende aspecten gedacht worden. De maatschappelijke uitdagingen zijn groot en als we verder doen zoals we nu bezig zijn, weten we dat we op een deficit afstevenen. Er is een enorme nood aan vernieuwende oplossingen. Middenveldorganisaties spelen hierbij een belangrijke rol omdat zij weten hoe zij mensen kunnen verenigen en mobiliseren. Hierbij komen ook heel veel boeiende en mogelijk innoverende ideeën samen.“

De de Sociale InnovatieFabriek op het Innovatiefestival van 22 mei

Meer weten over de Sociale InnovatieFabriek? Schrijf je dan in voor de workshop van Kaat Peeters op 22 mei tijdens het Innovatiefestival van Socius in het STUK in Leuven. Je vindt ook meer informatie op www.socialeinnovatiefabriek.be.

Laat wat van je horen

*